Een volwassene
en een wijsneus
KESTEREN - Meerkoeten zijn in bijna elke sloot en in elke plas in ons Rivierengebied te zien. Zoet water met wat oevervegetatie is genoeg. Misschien zijn ze wel zo bekend dat we ze over het hoofd zien. Ten onrechte.
Door Henk van der Kooij
Ook koeten zijn BB: Boeiende Beesten. Op 30 maart ontdekte ik een nest met zes eieren. Op 14 april vanaf de weg even wezen kijken. Het nest was leeg. Wel zag ik verderop in een zijsloot het nest van de foto. Niet te zeggen is of het om hetzelfde paar gaat. Op het nest ziet u een volwassen vogel, roetzwart lichaam met zwarte kop met witte snavel en wit voorhoofd. En een donsjong. Verbazend dat zwart-witte ouders zulke gekleurde jongen krijgen: zwart met rood en blauw op de kop en geelbruine halsband. Ziet zo’n jong er niet eerbiedwaardig en wijs uit? De andere oudervogel alarmeerde fel. Bij het wegfietsen kreeg ik drie donsjongen te zien. Meerkoeten kunnen drie legsels per jaar produceren. Zij broeden ruim drie weken en voeren hun jongen acht weken. U snapt dat zij vanaf maart genoeg te doen hebben. De Meerkoet duikt graag, met name bij het zoeken van waterplanten. Bij het duiken maakt hij een sprongetje en gebruikt hij zijn poten om onder water te komen. Doet hij niets dan komt hij als een kurk weer boven drijven, net een grote dobber. Hij vliegt niet graag, hij verplaatst zich liever rennend, al watertrappelend, over het water. Wat een vogel.