De schooltuin… oefenplaats van de kleine motoriek

BEMMEL - ‘Mag ik ook een Amerikaantje’. Betty loopt rond met een tray kleine Afrikaantjes. Voor de liefhebbers ter bestrijding van de wortelvlieg. Rosalie van Pius-X probeert er een uit het potje te trekken. De uitleg is ze vergeten. ‘Niet zo’, zegt Guus. Hoe wel weet hij ook niet meer. Rosalie doet het mij nog eens na: wijsvinger zo ver mogelijk in de hoek van het potje duwen, dan de vinger zo krommen dat deze onder de wortels komt en het plantje eruit wippen.

Voor veel kinderen gaat werken in de schooltuin niet vanzelf. Zaaien met in de ene hand een potje zaad, snijden van spinazie met een mes en bonen plukken zonder de plant er uit te rukken. En niet te vergeten met gereedschap omgaan zoals de meetlat, de gieter, de hak en nog veel meer. Het is allemaal lastig de eerste keer. Omgekeerd pikken kinderen juist op de leeftijd van 9-10 jaar de tuinvaardigheden razendsnel op. De kleine motoriek is daarvoor voldoende ontwikkeld en is er eigenlijk klaar voor. Maar wat als het aanbod er niet is, zoals op veel scholen buiten Bemmel?

Het antwoord is simpel als wij kijken naar het recente rapport over bewegingsonderwijs van de Inspectie. Er wordt op scholen veel minder bewogen. Kinderen scoren steeds slechter bij vaardigheden in de gymzaal zoals mikken, springen, zwaaien, werpen en vangen. Wat kinderen niet krijgen aangeboden wordt ook niet geleerd of later pas met meer moeite. Zo ook de schooltuin. De meest gevoelige periode voor het krijgen van groene vingers gaat dan onbenut voorbij. De Afrikaantjes zullen daar niet wakker van liggen. Wij op den duur wel.

Jan de Moor