Ingezonden brief

Er waren eens een paar dorpen, die gingen fuseren, om zich tegen de steden te weren. Politiekelingen wilden het samenraapsel 'Betuwestad' noemen. 'Don't think twice, it's allright', zong Bob Dylan. Gelukkig dachten de burgers wel drie keer na en werd het samenraapsel uniek in den lande door het eerste naamgevingsreferendum af te dwingen. Burgers stijgen boven zichzelf uit en zelfs bestuurders feesten blij mee. Die laatste club reageert met het verstrijken van de tijd spastisch: Een referendum in gang zetten wordt 10 keer zo moeilijk. Ze trekken nog een les uit dit burgerinitiatief: we gaan burgerparticipatie prediken. Hoe ziet dat er in de praktijk uit? Niet! Vanuit het pluche worden de muziekgezelschappen en de opslag van de dweildag, de dag waarop menig vipper de trotste bestuurder uithangt, gesommeerd het zwembad te verlaten. Geen poot wordt er uitgestoken om een nieuwe opslag te vinden voor 'hun' trots. De burgers die in de kerk een nieuw theater realiseren, krijgen nog geen eens morele steun. Het uurwerk in de toren, waar de bestuurders ook op zien hoe laat het is, krijgt geen subsidie voor renovatie. Elk dingetje, dat in de kerk wordt georganiseerd, kan een telefoontje over komen vanuit het 'grote huis' met de vraag: 'sinds wanneer hebben jullie daar vergunning voor?' En dat terwijl de regenten in dezelfde kerk ook hun feestjes vieren. Er zijn nog ontiegelijk veel voorbeelden. Burgerparticipatie? Wanneer gaat de politiek participeren? Mijn deelname hebben ze. Binnenkort gaan we stemmen; ik hoef geen advies.

Groet Jan Meurs