Foto: Archief Gerrie Driessen
Foto: Archief Gerrie Driessen

24 okt. 1917. Voor 10.000 gulden aan smokkelwaar gesnapt

Tijdens de Eerste Wereldoorlog (1914-1918) werd wegens schaarste alle denkbare levensbehoefte gesmokkeld. Naar gelang de oorlog voortduurde en de nood in Duitsland steeg, nam het smokkelen steeds grotere proporties aan. De hier gestationeerde grenscommiezen reageerden met harde hand. In die tijd zijn hier verschillende smokkelaars doodgeschoten. Dat risico werd genomen vanwege de armoede, zo is het verhaal, men moést wel smokkelen! Na het lezen van onderstaand verhaal rijst de vraag: wie financierde nu de aankoop van die smokkelwaar? In het volgende bericht wordt melding gemaakt van in beslag genomen contrabande ter waarde van 10.000 gulden, welk bedrag nu een koopkracht zou hebben van 172.232 euro.

Door Gerrie Driessen, Heemkundekring Groesbeek.

Leeuwarder Courant van 25 okt. 1917.

Men meldt ons uit Groesbeek : Toen de assistent Rademaker en dienstgeleider Hents dezen nacht op controle waren, vonden zij den commies Winkelhorst en den buitengewoon commies Richter op de zogenaamde 'Aschhorst' in een sloot neergedoken, alwaar ze bij 1 ½ uur in 't water hadden gezeten. Reeds waren enige voorposten (verkenners) van smokkelaars hen gepasseerd. Nu bleef het viertal in afwachtende houding bijeen. 't Was een stik donkere nacht. Daar vertoont zich weer een groepje voorposten. Ze onderzoeken het terrein, maar zien de commiezen aan voor grote molshopen. Eindelijk verschijnt er een bende van plm. 60 personen, die belast en beladen den uittocht wagen. Op het viervoudige 'halt' der commiezen, trachten ze te vluchten en werpen daartoe hunne pakken links en rechts voor de voeten der achtervolgende commiezen neer. Begunstigd door de duisternis wisten zij grotendeels te ontkomen. Vermoedelijk zijn enigen aangeschoten. Eén werd gearresteerd en 15 personen zijn reeds bekend. Doch nu kwam de buit. Deze werd met karvrachten binnengebracht en bleek een verzameling van allerlei smokkelgoed. Namelijk een grote partij brede drijfriemen, grote pakken linnen en katoenen stoffen, ondergoed, harde zeep, sajet, chocolade, raapolie, slaolie, boter, vet enz. enz. een gewicht uitmakende van ruim 2500 pond en een waarde van 10.000 gulden. Wel een strop voor de smokkelaars.

De foto is circa 1922 gemaakt aan de Hettsteeg, bij een dicht bij de grens gelegen boerderij. Daar poseren grensbewoners van dizze en gunne kant'. Gelet op hun onverschrokken gezichtsuitdrukking, hun maatpakken en overjassen, modieuze hoeden, hoge leren schoenen en zilveren horlogekettingen moeten zij van wanten geweten hebben. Collectie Matthijs Theunissen.