Ruimte voor

economische ontwikkeling

REGIO - De regio Arnhem-Nijmegen wil flink snoeien in de beschikbare locaties voor bedrijventerreinen, kantoren en grootschalige detailhandel (onder andere tuincentra en bouwmarkten). Dat is nodig, want er is al een aantal jaren sprake van overaanbod. Uit onderzoek blijkt, dat er in de regio 367 hectare bedrijventerreinen beschikbaar is. Terwijl de vraag tot en met 2025 rond de 220 hectare ligt.


Dit geldt ook voor kantoren en de perifere detailhandel (winkels op bedrijventerreinen zoals bouwmarkten en tuincentra). Probleem is dat het aanbod niet aansluit bij wat ondernemers zoeken. Vraag en aanbod passen niet bij elkaar.
Ladder voor duurzame verstedelijking Landelijk is de zogeheten 'Ladder voor duurzame verstedelijking' van kracht. Deze ladder bepaalt dat als er op regionale schaal voldoende aanbod is, er in principe niets nieuws ontwikkeld mag worden. Ron König, voorzitter van de stuurgroep Regionaal Programma Werklocaties geeft aan dat het noodzakelijk is om keuzes te maken. "Het bestaande en in sommige gevallen verouderde en versnipperde aanbod van terreinen, staat economische groei en nieuwe gewenste ontwikkelingen in de weg. Het RPW moet zorgen dat er ruimte is en blijft voor nieuwe initiatieven."

De regio stelt voor om terreinen waar geen vraag naar is uit de markt te halen. Een meerderheid van de gemeenten en de provincie Gelderland steunen dit plan. Er moet weer evenwicht komen tussen vraag en aanbod voor alle werklocaties in de regio. Dat is in het RPW geregeld. Het doel is dat in 2021 alles weer in evenwicht is, zodat er nog meer ruimte komt voor economische ontwikkeling in de regio Arnhem-Nijmegen.

Tot en met 2020 krijgen gemeenten en private partijen alle ruimte voor de uitgifte van bedrijventerreinen, kantorenlocaties en locaties voor perifere detailhandel. Intussen is er een lijst gemaakt van minder courante locaties die waarschijnlijk niet ontwikkeld en/of uitgegeven gaan worden. In september 2018 wordt bepaald welke terreinen uit de markt zullen worden genomen. Voor deze terreinen zal 'voorzienbaarheid' gecreëerd worden. Dat betekent dat eigenaren (particulieren en gemeenten) nog tot en met 2020 de tijd krijgen om de terreinen te verkopen en te ontwikkelen. Als dat eind 2020 niet gelukt is, wordt de bestemming bedrijventerrein eraf gehaald. Op die manier wordt het evenwicht tussen vraag en aanbod in de regio hersteld.

Op 6 oktober 2017 is het RPW in het Portefeuillehoudersoverleg Economie besproken. Tijdens dit overleg heeft een meerderheid van de portefeuillehouders aangegeven de voorstellen in het RPW te kunnen steunen. Het RPW zal door deze gemeenten met een positief advies aan de raad worden voorgelegd. De portefeuillehouders van de gemeenten Zevenaar, Rijnwaarden, Duiven, Montferland en Westervoort steunen het RPW niet. Het RPW zal in deze gemeenten met een negatief advies aan de raad worden aangeboden. Wel is unaniem ingestemd met het aanbieden van het document aan de gemeenten. Na besluitvorming over het RPW in de raden van de 19 gemeenten zal het RPW in januari 2018 aan het college van Gedeputeerde Staten van de provincie Gelderland worden aangeboden voor besluitvorming. Na besluitvorming door Gedeputeerde Staten is het RPW een toetsingskader voor nieuwe ruimtelijke ontwikkelingen. Het wettelijk kader hiervoor is de provinciale omgevingsverordening. Hierin staat dat in bestemmingsplannen de bestemmingen bedrijventerrein, perifere detailhandel en kantoren slechts toegestaan worden als die passen in de door Gedeputeerde Staten vastgestelde regionale afspraken.